Op dit niveau worden elementen niet geometrisch weergegeven: de exacte locatie, vorm of grootte van een element kan niet worden afgeleid uit het model. In plaats daarvan worden elementen weergegeven met symbolen of een andere generieke representatie.

  • Visueel inzicht – alle ruimtes moeten apart gemodelleerd worden en mogen elkaar niet doorsnijden
  • Toetsing functionele wensen
  • Energieanalyses
  • Raming conform niv. 3 element-clusters NEN2699

Architecten en ontwerpers zetten steeds vaker de stap naar BIM of Building Information Modeling. Door BIM's te maken, wordt het plannen, ontwerpen en beheren van de constructie van bouwprojecten efficiënter. Met een BIM-model, kunnen architecten en ontwerpers snel door een reeks mogelijke ontwerpen bladeren. Dit stelt hen in staat om de beste oplossing te zoeken, op basis van verschillende factoren: materiaalkosten, bruikbaarheid, energie-efficiëntie, enz.

                         

Pre-modelling, concept en analyse van het Pontsteiger project te Amsterdam

Het residentieel gebouw Pontsteiger is het hoogste in zijn soort in Amsterdam, Nederland. Het rijst 90 meter uit het water in het IJ-kanaal. Deze unieke locatie ligt ten noordwesten van het stadscentrum in een grootschalig heront-wikkelingsgebied. Dit project omvat 366 appartementen, 1400m² commercieel vast-goed, 500 ondergrondse parkeerplaatsen en een jachthaven voor 40 jachten. Het gebouw is omgeven door water maar staat op pijlers om ruimte te bieden aan winkels en openbaar gebruik. De planning, ontwikkeling en bouw is gedaan door De Nijs en Dura Vermeer volgens ontwerp van Arons & Gelauff Architecten.

 

Ontwerp en aanzet Pre-modelling

Pre-modelling

  • Wonen met uitzicht.
  • Baken voor de nieuwe wijk.
  • Wonen dichtbij het water.
  • Goede overgang t.o.v. schaal laagbouwwijk.
  • Begane grond publiek toegankelijk.
  • Aan alle kanten verbinding met het water.
  • 4 bouwdelen (4 BIM-modellen):
    • Onderbouw
    • Laagbouw
    • Torens
    • Brug
  • 4 coördinatie modellen productie
  • 4 aanverwante coördinatie modellen
  • 350 stuks aspectmodellen
  • 33 modelleurs

 

Analyse LOD 100 van het project

Indeling van de woonruimten

 

  • Gebruik generieke elementen
  • Meerdere modellen
  • Volledig aanpasbaar
  • Aftoetsen met bouwheer
  • Haalbaarheid

           

 

BIM objecten

3D objecten geven een beeld van de ruimtelijke structuur op niveau van gebruiksfuncties, het ruimtebeslag op het terrein, het ruimtebeslag per verdieping, de hoogte, het volume, de plaatsing op het terrein en de oriëntatie. Aan de objecten kan geometrische en niet-geometrische informatie zijn gekoppeld.

Modelleersoftware

Er  zijn  verschillende  modelleerprogramma’s beschikbaar.  Deze  programma’s  bouwen  door  middel  van  geometrische  objecten  gekoppeld  met gegevens, een 3D model op. Het biedt de verschillende disciplines in het bouwproces de mogelijkheid samen een bouwwerk te ont-werpen en realiseren. Doordat de verschillende disciplines in het bouwproces gelijktijdig in een model hun expertise kunnen verwerken worden veel ontwerpfouten en knelpunten al in een vroeg stadium gesignaleerd en verholpen. Er werd gekozen voor Revit in combinatie met Solibri Model Checker: Revit is een modelleerpakket speciaal ontworpen voor Building Information Modeling in de bouw. In Revit is het mogelijk door middel van geometrische elementen een bouwwerk te ontwerpen. Het model kan worden opgebouwd door verschillende disciplines gedurende alle bouwfasen. In Revit kunnen verschillende disciplines namelijk  hun  ‘onderdeel’  modelleren. 

Alle  disciplines  hebben  hierdoor  inzicht  in  alle  gegevens  van  het bouwwerk.  Wanneer  er  in  het  model  een  wijziging  plaats  vindt  wordt  dit  direct  in  alle  plattegronden, aanzichten etc. toegepast waardoor het model altijd actueel is. Revit is geschikt voor bouwkundig ontwerp, MEP‐ en bouwtechniek en constructie. Er  kunnen  aan  de  gemodelleerde  elementen  in  het  model  op  verschillende  manieren  gegevens  worden gekoppeld.   Dit   gebeurt   door   parameters  die   aan   de   gemodelleerde   elementen   worden   toegevoegd. Elementen in Revit bevatten van zichzelf al een aantal geometrische parameters als oppervlakte, breedte, hoogte en inhoud. Maar ook tekstuele parameters als code, benaming en type. Deze parameters kunnen zelf gekozen en eventueel aangevuld worden met eigen parameters met eigenschappen die je zelf graag aan de elementen wilt koppelen.

 

 

Solibri Model Checker

Solibri is een modelchecker welke verschillende functies heeft. Met Solibri Model Checker is het mogelijk clash detecties uit te voeren waarin het model automatisch wordt geanalyseerd op elementenbotsingen(clashes). Ook is het mogelijk in Solibri regels op te nemen in een ruleset waaraan een gemodelleerd element moet voldoen. Wanneer een element niet aan alle regels voldoet zoals bijvoorbeeld een ingevulde Assembly Code wordt  deze  opgemerkt  en  kan  deze  worden  aangepast.  Hierdoor  kan  er  worden  gecontroleerd  of  alle elementen voldoen aan de vooraf gestelde eisen. Het mogelijk van meerdere disciplines IFC modellen in te laden en samen te voegen in een model. Hierdoor is te controleren of verschillende partijen niet dezelfde elementen modelleren. Solibri model checker is een uitgebreid BIM controle-softwarepakket waarbij voor begrotingen de information take‐off functie het belangrijkst is. Middels de take‐off functie is het mogelijk uittrekstaten te genereren van gemodelleerde elementen. Het is mogelijk zelf aan te geven van welke onderdelen de model checker een uittrekstaat en waarden moet genereren. Er moet zelf worden aangegeven welke parametervelden uitgelezen moeten worden door de model checker. Hierdoor is het mogelijk de elementen in het modelleerprogramma op verschillende manieren informatie mee te geven waardoor de software later elementen kan herkennen. De uittrekstaten in Solibri kunnen dus ingericht worden op bijvoorbeeld assembly code, Revit Family Name of Building Element Types. De uittrekstaten worden geëxporteerd naar een Excel bestand en gebruikt worden voor begrotingen.

Eenduidige informatie via BIM uitwisselen om informatie efficiënt en effectief te gebruiken

Zelfde taal te spreken

Uitbannen van verspillende taken

Gebruik maken van open IFC modellen

 

Het ontwerp begon in april 2014, de bouw startte in oktober 2015 en de eerste bewoners trokken in mei 2018 in.

Een van de drijvende factoren achter dit project was het gebruik van IFC als een open standaard benadering voor het aanleveren van gegevens aan de verschillende teams. Dit kwam de betrouwbaarheid van de gegevens en de samenwerking tussen de teamleden ten goede en zorgde ervoor dat de gegevensmodellen vóór de bouw werden ontwikkeld, wat een betere planning, ontwerp en botsingsdetectie mogelijk maakte.

Beheer van BIM-overeenkomsten

Beheer door de projectpartijen werd bereikt door het definiëren van verplichte voorwaarden en het ontwikkelen van ondersteunende documentatie, het opleiden van partijen tijdens startbijeenkomsten, alsmede het uitvoeren van ingangsinspecties om ervoor te zorgen dat de geleverde modellen conform de BIM-afspraken waren. Voor veel partijen betekende dit een aanpassing van hun bestaande workflows en ICT-infrastructuur. De BIM-afspraken creëerden de juiste voorwaarden voor een echte open BIM-samenwerking tussen de verschillende partijen, waardoor het ontwerpteam beter in staat was een geïntegreerd ontwerp te maken en de leveranciers en producenten het proces van BIM tot productie en montage konden optimaliseren. Afspraken rond bestandsnamen, lokale positie en oriëntatie, bouwlaagindelingen, en vele andere gedetailleerde aspecten lagen vast.

Gelijktijdige engineering

Tijdens de eerste ontwerpfase, en vanwege de tijdslimiet voor het indienen van een bouwvergunning, werden de IFC modellen geëxporteerd en elke twee weken gecontroleerd door de aannemer, waarbij de resultaten werden gedeeld en besproken. Tijdens de volgende ontwerpfase hielden BIM-coördinatoren toezicht op de botsingen tussen de architectuur, de bouwtechniek en de bouwdiensten. Extra "Onderaannemers" werden aan het project toegevoegd.  Wekelijks werden vergaderingen gehouden om botsingen en andere model-gerelateerde kwesties op te lossen. Modelleurs van elke onderaannemer moesten naar de bouwplaats komen om samen te werken zoals in de ontwerp- of technische fase.

Coördinatie van modellen

Een van de uitdagingen van het project was dat alle bouwinformatie beschikbaar moest zijn voor de productie. Er zou niet ter plaatse worden gezaagd en geboord. Voor de bouwsnelheid moest het project zoveel mogelijk gebruik maken van geprefabriceerde materialen. Vraagmodellen werden ontwikkeld om alle disciplines te bekijken tot een niveau waarop de productie kon deelnemen aan het maken van hun eigen aanbodmodellen. Voor elke discipline binnen de vraagmodellen werd een productiepartner ingeschakeld. Er werden BIM-coördinatoren aangesteld die alle modellen coördineerden en controleerden. Elk in samenwerking met het bouwkundig ingenieursteam dat verantwoordelijk was voor het BIM programma, de 3D-outputs en de contracten.

Dankzij de openBIM-workflow was de status van engineering altijd duidelijk en was 90% van  het gebouw in 3D gemodelleerd en vrij van clashes.

                  

 

IFC zorgde ervoor dat alle betrokkenen op één lijn zaten en de totale verzameling IFC-modellen vormde het SMC-coördinatiemodel.

Probleembeheer workflow

Een grote uitdaging was de schaal van modellen tijdens het proces van ontwerpen en engineeren. Het beheren van opmerkingen op honderden dynamische modellen met veel projectleden was erg moeilijk.  Een issue management workflow werd ontwikkeld om dit op te lossen.  Eerst werden alle modellen samengevoegd in één coördinatiebestand. Deze IFC-bestanden werden gecontroleerd op zowel data als geometrie. Als er fouten werden gevonden, werden de problemen gelogd en geëxporteerd naar een BCF bestand. De BCF bestanden werden geupload naar BIMcollab en de eigenaar van het probleem ontving een notificatie. De eigenaar kon dan het BCF-bestand gebruiken om de fout te lokaliseren, het model aan te passen en het probleem als opgelost te markeren. De vernieuwde modellen en de opgeloste problemen werden in het coördinatiebestand geladen, gecontroleerd, en opnieuw geactiveerd of gesloten indien opgelost. Alle gesloten issues werden gearchiveerd maar bleven toegankelijk voor review.   De issue management workflow maakte het mogelijk om dit zeer moeilijke project te managen, engineeren en coördineren, resulterend in een gecoördineerd model binnen tijd en budget. Compleet issue management van meer dan 6000 issues werd bereikt met BCF en BIMcollab.