Volgens de specificatie van het BIM Forum zijn elementen op LOD 200 vertegenwoordigd met generieke modellen. De grootte en vorm van elementen en systemen worden bij benadering getoond. Op dit niveau krijgt het team een idee van de vorm en inrichting. Het begint als er een consensus is m.b.t. één scenario dat gerealiseerd zal worden. Voor dit ene scenario worden de ruimtes nader uitgewerkt met objecten zoals wanden, vloeren, deuren en ramen. Het BIM-model moet volgende zaken toelaten:
- Bepalen open/dicht verhouding gevels
- Bepalen van een efficiënte plattegrond
- Bepalen van de routing van installaties
- Bepalen van zoneringen (brand en technische installaties)
- Bepalen van de constructie principes
- Bepalen van de bouwmethodiek
- Budgettering conform niv. 4 elementen NEN2699
Ontwerp en projectraming van het Pontsteiger project te Amsterdam.
Krijg sneller zicht op budget dankzij koppeling vanuit prijsraming BIM. Het ontwerp van een project optimaliseren door in een vroeg stadium al te beschikken over correcte prijsinformatie per generiek model is werkbaar.
Het bepalen van een budget kan dankzij de koppeling van een BIM-model LOD 200 met ramingsprijzen.
In een bouwproject krijgt de bouwheer traditioneel laat – meestal pas na de aanbesteding – zicht op concrete prijzen. Toch is het dan al te laat om nog te besparen en is er al veel werk geleverd. Het is daarom belangrijk dat er in de conceptuele fase – op het moment dat er beslissingen worden genomen – budgettair beter inzicht komt zodat men keuzes kan maken op basis van objectieve parameters. Het is belangrijk over een up-to-date BIM-‘bibliotheek’ te beschikken automatisch gekoppeld aan verzamelde ramingsprijzen van gedetailleerde meetstaten (LOD 300 – LOD 400). Daardoor krijgen we na het opmaken van een model-aanbesteding een snelle en correctere ramingsprijs.
Nu kan deze methodiek worden uitgebreid naar een meer summiere BIM-ontwerpbibliotheek (LOD200) met generieke elementen. Die kan gekoppeld blijven aan een database van ramingsprijzen
BIM objecten: 3D objecten zijn opgebouwd aan de hand van globale afmetingen, oriëntatie en onderlinge relaties. Materiële objecten zijn gemodelleerd als generieke bouwelementen met globale afmetingen, hoeveelheden, vorm, locatie en oriëntatie. Aan de objecten kan geometrische en niet-geometrische informatie zijn gekoppeld.
In de Nederlandse norm NEN 2699 is vastgelegd hoe de kostendeskundige/begroter zijn calculaties dient in te richten. De NEN 2699 specificeert kosten op verschillende detailniveaus en zorgt voor een eenduidige wijze van rubriceren van begrotingsposten, kosten en baten in de verschillende fasen van ontwikkelen en gebruik.
Tijdens de ontwerpfase wordt in toenemende mate van gedetailleerdheid, ruimtelijk en functioneel ontwerp, financiële, technische en kwalitatieve plannen gemaakt. In tekeningen worden de eisen en wensen van opdrachtgever, bevoegde instanties en eventuele gebruikers verwerkt. Dit wordt gedaan omdat we in dit rapport streven naar een methode om kostencalculaties in de ontwerpfase uit het model te onttrekken.
In de volgende tabel wordt het doel van verschillende begrotingen die een kostendeskundige of begroter in de ontwerp‐ en uitvoeringsfase opstelt, nader toegelicht. De begrotingen zijn gesorteerd op basis van de eerder genoemde Nederlandse NEN2699 en sluiten aan bij de verschillende LOD-niveaus en het projectverloop in de praktijk.